STOP-DOOR

Overwegen worden door de treinen zelf geactiveerd als de betreffende trein het aankondigingsgebied van die overweg bezet. De lengtes van die overwegaankondigingen zijn afhankelijk van de maximale snelheid die de trein in dat gebied kan rijden. 

Als er nu een station (of een halte) in dat aankondigingsgebied ligt, dan zou dat inhouden dat de overweg al gaat sluiten ver voordat de trein überhaupt op het station arriveert. De trein komt met lage snelheid het station binnen, stopt, laat reizigers in en uit, sluit de deuren, en vertrekt. Al die tijd zou de overweg dan dicht liggen. Hiermee lok je uit dat het wegverkeer de gesloten overweg passeert, daar de sluitingstijden onnodig lang zijn. 

Hierop is een oplossing gevonden, de zogenaamde STOP-DOOR-schakeling.  Dit houdt in dat de treindienstleider bij het laatste bediende sein vòòr de overweg aan de beveiliging meegeeft of de trein op het station STOPt, of dat de trein DOORrijdt.

Als je uitgaat van een rustsituatie, waarbij alle seinen op de vrije baan GROEN zijn geldt het volgende:

De trein rijdt DOOR (= intercity)
Er gebeurt eigenlijk niets. Het laatst bediende sein wordt bediend en de trein gaat rijden. Het sein voor de overweg staat ook GROEN. Zodra de trein met hoge snelheid het aankondigingsgebied van de overweg binnenrijdt (dit gebied begint dus voor het station), dan sluit de overweg. Ca. 25 seconden later zal de trein met hoge snelheid het station passeren.

De trein STOPt (= stoptrein)
Op het moment van het bedienen van het laatste bediende sein vòòr de overweg gaat er een signaal voor de trein uit, naar het sein voor de overweg bij het station. Hierdoor gebeuren 2 dingen

-  Het sein voor de overweg valt terug op ROOD, en daardoor het sein daarvoor op GEEL

-  De aankondiging van de overweg voor treinen uit de richting van waar de stoptrein komt wordt overbrugd (= uitgeschakeld)

De trein nadert met hoge snelheid het GELE sein voor het station. De overweg blijft geopend daar de aankondiging tijdelijk is uitgeschakeld. De trein passeert het GELE sein, waardoor de ATB wegvalt, en de machinist wordt gedwongen te remmen tot 40 km/uur en moet stoppen voor het RODE sein voor de overweg. Zodra de trein langs het perron komt te staan gaat er een tijdrelais lopen. Dit relais telt een aantal seconden dat de trein langs het perron moet staan. Zodra dit tijdrelais is afgelopen wordt de tijdelijke overbrugging van de aankondiging weggehaald. De overweg ziet dus ineens een trein in de aankondiging staan, en sluit de overweg. Als àlle spoorbomen de horizontale stand hebben bereikt, pas dàn komt het sein voor de overweg uit de stand stop. Samen met dit seinbeeld gaat het vertreklicht branden (als dat er is uiteraard), en kan de HC de vertrekprocedure starten. Ook de ATB in de trein geeft weer toestemming om de snelheid op te voeren. De trein vertrekt, rijdt het sein af, en alles komt later weer in rust.

De schakeling die het signaal naar het sein vòòr de overweg stuurt is een heel knap bedachte schakeling. Dit signaal loopt namelijk vanaf het moment seinbediening van het laatst bediende sein in enkele seconden naar het sein voor de overweg, ook als deze bijvoorbeeld 10 kilometer verderop zit. Het signaal mag echter nooit een trein, die al richting het station rijdt "inhalen". Een intercity mag natuurlijk nooit last hebben van het rode sein als er achter hem een stoptrein is vertrokken. In dat geval sukkelt het STOP-signaal met de intercity mee. Als de intercity dan met hoge snelheid het station heeft gepasseerd, en het sein voor de overweg heeft afgereden, dan blijft dit sein dus ROOD staan voor de aankomende stoptrein.

 

Gladde sporen

Als de machinisten melden dat de sporen glad zijn volgt er een veiligheidsprocedure. De treindienstleider zal vanaf dat moment ALLE treinen bedienen met DOOR. Dit houdt in dat ook bij stoptreinen het sein voor de overweg GROEN blijft, en dus de overweg al sluit ver voordat de stoptrein het station binnenrijdt. Dit is bijzonder hinderlijk voor het wegverkeer, want de sluitingstijden zijn dan erg lang. Toch is hiervoor gekozen, want de hele kleine kans bestaat dat de trein bij het stoppen op het station doorschiet, en het sein voor de overweg passeert. Stel je voor dat het sein dan ROOD zou staan, en de overweg geopend is. Dan is het beter dat het sein GROEN staat en de overweg gesloten is.

Het sein voor de overweg kan een bediend sein zijn, of een P-sein. Als het een bediend sein is, dan kan dat sein worden herroepen. Stel dat dat perongeluk gebeurt, terwijl er een intercity komt aanracen, dan is dat heel vervelend maar niet gevaarlijk, omdat de aankondiging van de overweg dan pas na 2 minuten wordt overbrugd. Mocht de trein binnen die tijd de aankondiging bezetten, dan sluit de overweg normaal. Als na 2 minuten de intercity niet in de aankondiging zit, dan is de trein waarschijnlijk al tot stilstand gekomen, of kan op gewoon seinbeeld (GEEL-ROOD) stoppen. Dan is de overwegaankondiging wel weer overbrugd.

Soms zie je dat een trein die moet vertrekken dat niet kan om bijv. technische redenen,. Als de machinist dan verzoekt om het sein te laten herroepen, dan zie je het het sein op ROOD gaan. Pas 2 minuten later zal de overweg openen.